We hebben de eerste dagen van onze roadtrip door Schotland in het Cairngorms National Park doorgebracht. Na een whisky rondleiding en een bezoek aan het slagveld van Culloden rijden we nu richting Inverness. Lees meer over onze Schotland ervaringen met deze keer Loch Ness en de Wester Ross!
Dolfijnen spotten bij Chanonry Point
Wanneer we op het parkeerterrein bij Culloden in de auto stappen, hebben we nog geen flauw idee waar we nu naartoe zullen gaan. Op de planning staat eigenlijk Inverness, een stad op ongeveer 20 minuten rijden. We kijken elkaar aan en komen tot de conclusie dat we alle twee geen zin in een drukke stad hebben. Na een paar minuten op WikiCamps UK, onze camping app, te hebben gekeken, komen we tot de conclusie dat we naar het schiereiland Black Isle rijden, een gebied ten noorden van Inverness. Hier zitten een paar leuke campings en we staan dan aan zee, dat klinkt heerlijk.
De ultieme Schotland route voor een roadtrip door dit prachtige land vind je in dit blog!
Een klein uurtje later parkeren we de auto inderdaad aan het strand. In de buurt van het dorpje Fortrose, slapen we vannacht op een kleine camping. Het is een bewolkte avond en best fris, maar van de camping eigenaresse heb ik gehoord dat hier dolfijnen zitten, dus we besluiten om een wandeling langs het strand te maken in de hoop deze te spotten. We komen langs eenn golfbaan, één van de oudsten ter wereld (uit 1793) en met het uitzicht op zee misschien ook wel een van de mooisten ter wereld. Uiteindelijk lopen we helemaal tot aan de vuurtoren, op het uiterste puntje van land dat de baai inloopt. Helaas zien we geen enkele dolfijn, al spotten we wel een paar zeehonden!
Feeën spotten en toch nog dolfijnen?
Met het geluid van stromende regen op ons dak worden we wakker. Prima excuus om ons nog eens om te draaien en nog even verder te slapen. Wanneer we een uurtje later toch maar de campervan uitgaan, zien we tot onze verbazing een helderblauwe lucht en felle zon! Vanochtend wil ik naar de Fairy Glen Waterfalls, maar eerst maken we met de drone nog wat filmpjes boven de prachtige golfbaan. De Fairy Glen Falls stellen niet teleur, ze zijn erg mooi! We zijn helemaal alleen en horen enkel het ruisen van de bomen, fluiten van vogels en het water dat naar beneden valt. De zonnestralen komen door het groene gebladerte heen en schijnen op het mos en in het heldere water. Je verwacht dat er elk moment inderdaad een fee of ander mythisch wezen verschijnt.
Tip: wij kwamen hier met de auto maar je kan hier ook komen door vanaf Rosemarkie een uurtje door de bossen te wandelen.
In de hoop nog wat dolfijnen te spotten nu het vloed is, rijden we terug naar Chanonry Point. Daar aangekomen maken we thee en koffie, pakken wat chocolade en blijven dan verwoed naar de zee staren. Na een uurtje geven we het op, helaas geen dolfijnen vandaag voor ons. Maar niet getreurd, we gaan nu opzoek naar een ander watermonster: naar het monster van Loch Ness.
Het monster van Loch Ness en picknicken!
Van tevoren wist ik niet echt wat ik me bij Loch Ness moest voorstellen. Grauw water, in een donkere en regenachtige setting. Compleet anders dus dan hoe Loch Ness er in werkelijkheid uitziet: Helderblauw water tussen groene heuvels met een stralende zon erboven. Loch Ness is smal, maar heel lang en uitgerekt (wel 36,6 kilometer lang!). Daarnaast is het loch zo diep en groot, dat al het water van Engeland en Wales erin past!
Tip: de Ness Islands, kleine eilandjes in rivier de Ness, zijn leuk om te bezoeken vanuit Inverness. Perfect om een uurtje op de wandelen.
Na een korte stop voor wat foto’s van Urquhart Castle (waar we niet naar binnengaan) rijden we richting het dorpje Drumnadrochit. Vlakbij een bruggetje met water, vinden we het perfecte plekje om te picknicken. We nemen de tijd en maken een goedgevulde couscous salade met natuurlijk een glaasje wijn. Wil jij wel het Urquhart Castle bezoeken én een boottocht over Loch Ness maken? Klik dan hier voor een ontzettend leuke tour!
Tip: wij reden over de relatief drukke autoweg ten noorden van Loch Ness. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht, maar het is wel druk. Aan de andere kant van het meer, loopt een kleine weg, die een stuk rustiger is en misschien nog wel mooier uitzicht biedt.
De Wester Ross is Schotland
Terug in de auto rijden we door een heel mooi stukje Schotland. We hebben geen zin om via de snelweg en Inverness te gaan en rijden nu via de A833 naar Beauly. Deze loopt door een glooiend groen landschap, met op de achtergrond flinke bergen. De zon schijnt nog steeds, we rijden langs talloze beekjes en over tientallen bruggetjes. In de verte zien we Schotse Hooglanders staan en er huppelen konijntjes in de wei.
Tip: Heb jij meer tijd dan wij? Het gebied boven Loch Ness waar de A833 doorheen loopt, is heel mooi. We hadden zelf geen tijd hiervoor maar de volgende plekken zijn leuk om te bezoeken hier:
De rest van de weg naar Ullapool is grilliger. Uiteindelijk komen we aan bij Little Loch Broom, een mooie baai (of zoals men dat hier noemt, een sea loch). Hier vinden we een fijne camping waar we op een ander stel na de enige gasten zijn. Als we de campervan parkeren zien we dat we gewoon aan de rand van de baai staan en een fantastisch uitzicht hebben.
De Summer Isles en géén zonsondergang
Nadat we ons goed geïnstalleerd hebben, gaat Ries op onderzoek uit. Opgetogen komt hij een paar minuten later terug en wijst naar de heuvels achter ons. Het is zeven uur ‘s avonds en de zon gaat bijna onder. Van de campingbaas heeft hij gehoord dat je prima de heuvels op kunt klimmen om de zon onder te zien gaan. Ach, een beetje beweging kan geen kwaad en dus beginnen we te lopen.
Alles over geld, prijzen en uitgaven tijdens het reizen lees je in ons Schotland budget blog!
Nouja lopen kun je het niet echt noemen, meer klauteren. Er is geen pad en we lopen dus lukraak de heuvel op. Af en toe zien we een geitje of bok wegschieten, die leven hier in het wild. Verder is er niets dan heide en hoog gras om ons heen. Ries loopt een stuk vooruit, ik blijf wat achter omdat ik om me heen kijk. Vanaf hier heb je namelijk een mooi zicht op de Summer Isles, een eilandengroep die hier voor de kust en in de baaien liggen. Het zijn er in totaal 18, op één na, zijn ze allemaal onbewoond. Op de grootste, Tanera Mòr, wonen vijf mensen. Er zijn geen wegen, men moet alles per boot vanaf het vaste land halen. Ongelofelijk!
Wanneer we eenmaal op de top van de heuvel staan kijkt Ries een beetje beteuterd. Hij had verwacht dat je vanaf hier de zee en de zon zou kunnen zien, maar het uitzicht dat we hebben zijn nog meer heuvels en bergen, waarachter we alleen nog de rode gloed van de zon zien.
Mislukte pannenkoeken en de Wester Ross Coastal Route
Ik word wakker met een prachtig uitzicht: Ries heeft de achterklep opengedaan en als ik mijn ogen open kijk ik uit op de baai met daarachter de bergen. Na dit even te hebben bewonderd, sta ik op. Ik ruik namelijk pannenkoeken en koffie! Helaas willen de pannenkoeken niet lukken, het resultaat: deegballen die niet echt gaar worden. Ries maakt het niet uit en met wat Nutella, eet hij ze vrolijk op.
Vandaag staat de Wester Ross Coastal Route op de planning. Een smalle route die langs verschillende baaien loopt. Het is een mooie weg, elke baai ziet er weer anders uit, dan weer zien we kiezelstranden en donker water, even later is het water helder turquoise met witte zandstranden. Tussen en soms in de bergen rijden we langs meren en moeten we zo nu en dan stoppen voor tegenliggers. De wegen zijn hier enkelbaans en wanneer je iemand tegenkomt moet je op een soort mini vluchtstrook wachten tot de tegenligger voorbij is.
Heerlijke vis en een deceptie in Applecross!
We maken een stop bij het mooie strand van Mellon Udrigle hier spotten we tientallen schapen en pasgeboren lammetjes. Daarna drinken we een kopje koffie in het dorpje Gairloch, vervolgens rijden we richting de berg Beinn Eighe. Hier bevinden zich de laatste originele Caledonian dennenbomen en er zijn mooie hikes om te doen. We kiezen voor de kleinste want we hebben al wat trek. Een uurtje later staan we in Kishorn bij de Kishorn Seafood Bar. Ik heb gelezen dat je hier goede vis kunt eten en we worden dan ook absoluut niet teleurgesteld. Het is verrukkelijk! Ries gaat voor een bord met allerlei verschillende bereidingen van zalm, ik kies voor de krabbenpoten. Een glas wijn erbij en het is af!
Gratis reisgids: off the beaten path, bijzondere plekken in Schotland!
Na de lunch rijden we via de befaamde Bealach na Ba pass richting Applecross, een klein dorpje. De weg ernaartoe staat bekend als spannend, maar met een prachtig uitzicht. Dat eerste klopt inderdaad, tientallen haarspeltbochtjes en alles over een eenbaansweg met té veel tegenliggers. Helaas valt het uitzicht wat tegen omdat alles bewolkt is en je dus niet ver kan kijken. Maar misschien komt dat ook doordat ik nauwelijks oog voor de omgeving heb omdat ik panisch met Ries meekijk naar de weg. Applecross zelf is piepklein. Er is niet veel te beleven en met dit druilerige weer valt het een beetje tegen.
Een half uur later rijden we weer door. We pakken nog net voor het donker wordt en begint te regenen het Eilean Donan Castle mee en komen dan in de stromende regen op Isle of Skye aan. Geen idee wat we daar gaan doen, het eiland stond namelijk helemaal niet op de planning…
Klik hier voor al mijn Schotland blogs!